Deel 1: Biologische leeftijd en geboortemaandeffect
AZ is hot. Op TV, in voetbalmagazines, online en in kranten wordt de huidige nummer 2 veel vaker besproken dan vorig seizoen. Met aanvallend voetbal verslaat AZ in Nederland topclubs en overwintert het in Europa. AZ is hofleverancier van Jong Oranje (3 tot 5 spelers) en leverde in november 2019 de debutanten Stengs en Boadu af bij het Nederlands elftal. Dit succes is het resultaat van een lange zoektocht naar de antwoorden op de vragen: wat is talent? welke omgeving moet je creëren om het maximale uit een talent te halen; en hoe maak je een winnend team van deze talenten?
In deel 1 van een serie blogs over hoe AZ talenten opleidt ga ik in op het thema biologische leeftijd en het geboortemaandeffect. Wat is het, hoe gaat AZ er mee om en wat heeft het de club opgeleverd?
1. Biologische leeftijd: waar staat een speler in zijn ontwikkeling?
Typ biologische leeftijd in een zoekmachine en je zult zien dat er veel hits komen die aan sport gerelateerd zijn. In veel verschillende sporten delen verenigingen hun teams in op basis van een jaargang. Zo ook bij voetbal. Daar heb je de Jeugd Onder 8 jaar (of JO8), de JO9, de JO10, etc. Spelers uit hetzelfde kalenderjaar zitten in een team met de gedachte dat ze dan vergelijkbaar zijn. Kalenderleeftijd zegt alleen niets over de ontwikkeling van een speler. Je hebt jongens die vroegrijp zijn. Ze steken met kop en schouders boven hun teamgenoten uit. Anderen zijn juist weer laatrijp: hun groeispurt laat gemiddeld (wat) langer op zich wachten. En daartussen zit nog een groep spelers die keurig de middelste lijn volgt in de grafiekjes van het Consultatiebureau.
2. Geboortemaandeffect: ongelijke kansen op basis van je geboortemaand
Een andere factor die een eerlijke vergelijking in de weg ligt zit hem simpelweg in het moment waarop iemand geboren is. Een speler die in januari van een jaargang is geboren kan een enorme voorsprong hebben op zijn teamgenoot uit december. Vooral op jonge leeftijd kunnen de verschillen groot zijn, niet alleen qua lengte maar ook als het gaat om motorische kwaliteiten. Spelers die vroeg in het kalenderjaar geboren zijn maken een aanzienlijk grotere kans om profvoetballer te worden. Dit wereldwijde probleem van kansenongelijkheid, dat bijvoorbeeld ook geldt voor schoolgaande kinderen, staat bekend als het geboortemaandeffect. De cijfers spreken voor zich en doen de vraag oproepen: hoeveel talenten zijn we de afgelopen jaren misgelopen?

Figuur 1 – Geboortemaanden van spelers in Nederlandse profopleidingen, 2012-2017 (Bron: KNVB)
3. Een wereldwijd probleem
En toch worden spelers uit dezelfde jaargang in ons systeem, maar ook elders in de wereld, met elkaar vergeleken. Het probleem is dat bonden, clubs, jeugdopleidingen en scouts spelers selecteren die op dat moment het beste zijn. Dat is ten nadele van de spelers die hun groeispurt nog moeten krijgen of voor hen die laat in het jaar geboren zijn. Nog erger is een combinatie hiervan: een laatbloeier die in december geboren is staat al met 2-0 achter. Het systeem houdt dus geen rekening met de biologische leeftijd van spelers en het geboortemaandeffect. Met als gevolg dat de besten-van-het-moment doorgaans de beste trainers krijgen en meeste aandacht krijgen, daardoor nog beter worden en dus veel meer kansen krijgen dan andere talenten in lagere teams.
4. Groeiend bewustzijn bij de KNVB en een aantal BVO’s
Gelukkig groeit het bewustzijn ten aanzien van dit hardnekkige probleem. De KNVB is bezig met pilots en biedt sinds seizoen 2019-2020 de mogelijkheid om dispensatie te verlenen op basis van de lengte van een speler. Daarbij staat de bond ook open voor de ervaringen van clubs die al langer in hun scouting en opleiding kansenongelijkheid zo veel mogelijk proberen te reduceren. In Nederland zijn dat bijvoorbeeld FC Groningen en AZ. In de huidige selectie van de Alkmaarse club zijn 14 spelers in de eerste helft en 10 in de tweede helft van een kalenderjaar zijn geboren. Dat is redelijk gebalanceerd als je het vergelijkt met de cijfers in figuur 1.
5. AZ leert al doende en deelt kennis met de regio
AZ begon zich ongeveer 10 jaar geleden volledig te focussen op de jeugdopleiding met als doel spelers af te leveren die de club structureel naar een hoger niveau kunnen brengen om uiteindelijk prijzen te winnen. Door een cultuur te creëren waarin nieuwsgierigheid, continue verbeteren en niets-aan-het-toeval-overlaten centraal staan is de club gaandeweg bewust geworden van de kansenongelijkheid. Uit onderzoek blijkt ook nog eens dat laatrijpe spelers een langere sensitieve periode hebben. Dat is de tijd waarin het centrale zenuwstelsel van de speler gevoeliger is voor trainingsprikkels en zich sneller ontwikkelt. Met die wetenschap is AZ begonnen met grootschalige kennisdeling in de regio en bij de bron: de amateurclubs waarmee het samenwerkt.
De boodschap aan hen is helder: geef alle teams evenveel aandacht. Zorg ervoor dat er geen kwaliteitsverschil is in de manier waarop de teams getraind worden en ontneem niemand de gelegenheid om veel voetbaluren te maken. Daarmee voorkom je een ontwikkelachterstand bij potentiële talenten die anders verloren zouden gaan. Het jongste jeugdelftal van AZ is de JO11. Voor die tijd spelen talenten bij hun eigen amateurvereniging. AZ verzorgt bij de amateurclubs waar het mee samenwerkt op 1 dag in de week een zogenaamde voetbalschool. Daardoor kunnen jonge talenten in hun eigen vertrouwde omgeving trainen en heeft AZ de tijd om spelers gedurende een langere periode te volgen en niet alleen naar de besten-van-het-moment te kijken. Zo voorkomt de BVO dat minder grote talenten over het hoofd gezien worden.

Figuur 2 – Een tengere Stengs dribbelt in de jeugd van AZ langs een tegenstander
6. Stengs: laatrijp en laatgeboren
Wanneer jonge voetballers eenmaal zijn geselecteerd door AZ dan worden ze op allerlei vlakken gemonitord. De data worden bijvoorbeeld gebruikt om de biologische leeftijd te bepalen. Daardoor kunnen spelers een ontwikkelingstraject krijgen dat bij hen past. Calvin Stengs is een prachtig voorbeeld van hoe AZ hiermee is omgegaan. Stengs is in december geboren. Niet bepaald gunstig zoals we al eerder hebben gezien. Daarbij kwam ook nog eens dat hij laatrijp was. Stengs is lange tijd klein en iel geweest en moest een manier vinden om niet onder de voet gelopen te worden. Laatrijpe spelers worden daardoor vaker creatief, leren uit de duels te blijven en mentaal krachtiger te worden. In het blad Voetbaltrainer zegt Marijn Beuker, Hoofd Prestatie en Ontwikkeling, het volgende: “bij laatrijpers als Guus [Til] en Calvin creëerden we […] succeservaringen om te voorkomen dat ze de drop-outs in hun groep werden.” Ze trainden bijvoorbeeld met biologische leeftijdsgenoten. Daarin past ook het verhaal dat Calvin Stengs nog een extra jaar in de JO16 moest blijven, tot zijn grote verdriet. Maar daarna kwam zijn groeispurt. En nu heeft hij zijn debuut gemaakt in Oranje en zitten scouts van onder andere Barcelona voor hem op de tribune.
7. Boadu: vroegrijp en vroeggeboren
Maar wat doet AZ dan met vroegrijpe spelers? Myron Boadu is daar een ultiem voorbeeld van en het tegenovergestelde van Stengs. Boadu is in januari geboren en altijd fysiek sterk geweest. In de jeugdopleiding was hij vrijwel iedere wedstrijd met 2 vingers in de neus uitblinker en stond al snel bekend als een groot talent. Het gevaar dat ze alleen lopen is dat ze altijd de beste zijn en daardoor te weinig uitdaging krijgen. Ze worden ook minder gedwongen om creatief te denken wanneer ze alleen maar in hun jaargang mee blijven draaien. AZ heeft hem daarom een zo hoog mogelijke weerstand geboden om geen talent-zonder-uitdaging te worden. Zo speelde hij wedstrijden mee met hogere elftallen of lieten ze hem bijvoorbeeld op de training door 2 man dekken. Daarnaast staat er iedere week op de training een thema centraal. Als je daarin uitblinkt train je met een hoger team mee. Zo krijgt iedere speler een opleiding op maat en wordt er continue met spelers geschoven. Vanaf de JO16 mogen de allergrootste talenten iedere maandag bij AZ meedoen met de zogenaamde talententraining. Dat idee was ingegeven door Louis van Gaal waarmee Beuker nu en dan spart.

Figuur 3 – Boadu in een jeugdelftal van AZ
Tot slot
Stengs en Boadu zijn dus mooie voorbeelden die laten zien dat het zinvol is om bewust met biologische leeftijd en het geboortemaandeffect om te gaan. In de manier van scouten en opleiden neemt en implementeert AZ structureel preventieve maatregelen om talentverspilling tegen te gaan. De club heeft beide spelers op maat bediend, zoals ook voor alle andere talenten gebeurt. Werken met data om de ontwikkeling te monitoren loont dus, al is dat niet voor iedere trainer of scout weggelegd. Ex-scout en clubicoon Barry van Galen heeft AZ onlangs om die reden verlaten. Je moet wel binnen de visie en het programma van de club passen, anders is er geen plaats voor je.
Bronnen:
De Voetbaltrainer No. 245, 2019
https://decorrespondent.nl/7773/deze-nieuwe-cijfers-tonen-hoe-oneerlijk-het-nederlandse-voetbal-is-georganiseerd/686419366545-3c98ed14
KNVB Project Gelijke Kansen Jeugdvoetbal
AZ website
https://www.voetbaltrainer.nl/wp-content/uploads/sites/5/2017/11/Jeugdvoetbal-wetenschap-Frencken-VT218.pdf